In Grave is voor de twaalf deelnemers aan Het Blok het echte werk begonnen. Na een kennismaken en het schoonvegen van de buitenplaats is het nu tijd om te slopen. De eerste verdieping wordt onder handen genomen en dat maakt de groepsdynamiek langzaam duidelijk.
Slopen maar!
De derde dag is aangebroken en de koppels lopen door Katrien om te inspecteren wat er zoal mogelijk is. Daarna staat Ray al snel voor hun neus. “We gaan slopen en opruimen.” De helft gaat boven binnen slopen, de andere zes gaan buiten aan de slag. “Jullie gaan aan de slag en ik ga jullie beoordelen. Het koppel dat het beste z’n best doet gaat iets verdienen.. of misschien niet”, blijft de aannemer mysterieus.
Stellingkasten
Op de eerste verdieping worden muren gesloopt, kozijnen weggetikt, trappen gedemonteerd en stuc en tegeltjes van de muren getikt. Mark heeft echter andere plannen. Hij wil al het materiaal in de kelder verzamelen én ordenen. Daarvoor wil hij stellingkasten gaan kopen, waar niet iedereen op zit te wachten. Met een aantal gaat hij echter kasten kopen en zo is hij druk met zijn eigen project in plaats van het slopen.
Tennisarm
In de avond gaan vier teams naar de snackbar en begint er wat onderscheid in de groep te ontstaan. Zo trekken Edith en Wilfred duidelijk samen met Marit en Roelie. Zij eten op de camping. De volgende ochtend merkt iedereen al het eerste harde werken en vreest Wilfred al voor een oude tennisarm. De sfeer zit er verder nog goed in, waar er zelfs eten wordt uitgedeeld. Maar onder deze laag gaan er toch wel wat voorzichtige verschillen ontstaan.
Mark valt uit de toon
Vooral in het werk is dat zichtbaar. Maurits en Anouk slopen heel wat muren met de cargo, maar worden wel gecorrigeerd qua veiligheid. Marit en Roelie beginnen daarnaast blind met het slopen van een trap, waar ze eerst maar onderaan beginnen. Geen plan en geen idee, ze geven het eerlijk toe. Toch is aannemer Ray positief verrast over hun werkethiek. De enige waar hij negatief over is, dat is mark. “Praten kan Mark heel goed, maar uitvoeren is nog wel een dingetje…” Zo neemt hij heel wat rook- en koffiepauzes, zo merkt ook Naomi op. “Maar ik stoor me er niet aan, straks moet iedereen toch zijn eigen ding doen.”