John de Bever is normaliter de rust en goedheid zelfde, maar zodra het fluitsignaal voor het begin van een zaalvoetbalwedstrijd gaat, ‘verandert hij van persoon’. Dat vertelt de volkszanger zelf in een interview met Panorama.
Uitlaatklep
Tijdens een potje zaalvoetbal ‘gooit hij zijn agressie eruit’. “Je moet het wel heel erg verkeerd doen, wil je met mij ruzie krijgen. Ik heb dan ook nog nooit een klap uitgedeeld of iemand een elleboog gegeven, maar tijdens wedstrijden ben ik een beest. Elke week ben ik weer arrogant, irritant en klap ik er vol op. Ik verander echt als persoon, omdat ik simpelweg wil winnen. Niet door te vechten, wel door mijn mond te gebruiken en tegenstanders te irriteren zodat ze fouten gaan maken. Ik ben dan wel bijna 60, die jonge gasten willen allemaal nog tegen mij spelen. Omdat ze weten dat ik de beste zaalvoetballer ter wereld geweest ben. Tegenover zo iemand wil je natuurlijk wel tekeergaan.”
Generatieverschil
“Maar als ze dan met 7-2 verliezen en ik vijf goals maak, dan zouden ze zich eigenlijk moeten schamen. Die jongens kunnen in mijn ogen beter gaan korfballen. Ik verloor op mijn 20ste niet van een man die drie keer zo oud was. Nu kan dat blijkbaar wel. En na afloop gaan ze nog vrolijk naar huis ook”, stipt De Bever ‘een generatieverschil’ aan. “Dat is een ding dat zeker is. Tegenwoordig wordt alles gefilmd. Vooral in het profvoetbal. Dan zien ze zich tijdens de wedstrijd al terug op schermen in het stadion of ’s avonds op televisie en denken ze allemaal dat ze Johan Cruijff zijn. Het spelletje is een show geworden waarin spelers zich heel anders zijn gaan gedragen. Ze slaan op de grond alsof de ziekenwagen moet komen en een minuut later staan ze weer op.”
➡ Niets missen van De Bevers en lekker meepraten? Sluit je dan aan bij de De Bevers Facebook groep!