Feline Gast werd uiteindelijk één van de meest besproken Love Islanders. Eerst trok ze het toenmalig droomduo Lisa – Giuliano uit elkaar, daarna nam ze iemand anders (Koen) mee uit Casa Amor, maar uiteindelijk haalde ze toch maar mooi de finale. Daarin werd ze vierde met haar Italian Stallion.
‘Ik kwam soms als een bitch over’
“Ik heb de tijd van mijn leven gehad en het als iets heel leuks ervaren. Ik heb zoveel nieuwe vrienden en vriendinnen gemaakt en genoten van de gezelligheid. Ik vond het alleen jammer dat ik dat niet echt terugzag”, vertelt Feline aan Grazia. “Het leek af en toe alsof ik het niet naar m’n zin had, terwijl ik het juist zo goed met iedereen kon vinden. Dat had veel meer naar voren mogen komen.”
Eenmaal terug in Nederland kreeg ze daardoor ook veel haat en negatieve reacties te verwerken. “Terwijl wij daar helemaal afgesloten zaten en niks van huis meekregen, plaatst iedereen in Nederland en België allerlei reacties. Het is heel raar om thuis te komen en al die comments te lezen. Heel veel reacties waren positief en dat was super leuk om te zien, maar sommige reacties waren ook heel negatief. Zo gek, ik las bijvoorbeeld dat ik soms echt als een bitch overkwam. Terwijl ik dat absoluut niet ben, ook volgens mijn mede-Islanders.”
‘Mijn houding kwam niet tot uiting’
“Doordat ik nog geen tv-ervaring had, had ik me vooraf niet goed beseft dat in de uiteindelijke uitzending de context van wat er allemaal gebeurt, nooit volledig in beeld wordt gebracht. Het is dan ook logisch dat echte vriendschappen en mijn houding niet tot uiting kwamen in het programma. Imen was bijvoorbeeld een van mijn beste vriendinnen in het huis, maar dat is niet echt naar voren gekomen.”
Toch heeft Feline van niets spijt achteraf. “Ik had niks anders willen doen. Hoe het naar buiten is gekomen en hoe jullie het hebben gezien, is maar een mini stukje van wat wij hebben meegemaakt. Bij elke keuze is er iets vooraf gegaan, wat misschien niet is uitgezonden. Ik vind het superfijn dat ik via mijn eigen kanalen een volledig beeld van mezelf kan laten zien.”